Noodzakelijk kwaad of afleidingsmanoeuvre: atoomstroom is terug op de klimaatagenda

Een tunnel voor kernafval in een ondergronds laboratorium voor kernafvalbeheer in Bure, Oost-Frankrijk.Beeld AP

Is het een noodzakelijk kwaad of leidt het af van wat er op korte termijn moet gebeuren? Sommige landen lanceren plots plannen voor kerncentrales nu de druk groeit om het klimaat te redden.

Esther Bijlo11 november 2021, 01:00

Kernenergie is terug op de agenda, blijkt tijdens de klimaattop in Glasgow. De Britten en de Fransen hebben nieuwe voornemens voor nucleaire centrales om de uitstoot van CO2 terug te dringen. Vier vragen over atoomstroom.

1. Wat willen Groot-Brittannië en Frankrijk nu met kernenergie?

De Britse overheid steekt samen met investeerders zo’n 500 miljoen euro in kleine kernreactoren. Die zouden al in vier jaar klaar moeten zijn en zijn bedoeld om Britse huishoudens van schone stroom te voorzien. Fabrikant van vliegtuigmotoren Rolls-Royce wil ze bouwen. De overheid draagt ruim 200 miljoen euro aan subsidie bij. De geplande reactoren zijn veel kleiner dan gebruikelijke centrales – vergelijkbaar met die in nucleaire onderzeeërs – en daarom goedkoper en sneller te bouwen, claimt Rolls-Royce.

De Franse president Macron heeft aangekondigd een miljard euro te investeren in nieuwe reactoren. Frankrijk wekt al de meeste atoomstroom van Europa op; het land telt 56 kerncentrales, goed voor driekwart van de elektriciteit. Macron komt daarmee terug op eerdere uitspraken dat Frankrijk juist minder afhankelijk van kernenergie zou moeten worden. De hoge gasprijzen en de urgente klimaatdoelen hebben hem van mening doen veranderen.

2. Hoe denken andere Europese landen erover?

Nederland heeft geen concrete plannen voor een nieuwe kerncentrale naast die in Borssele. Wel is een meerderheid van de Tweede Kamer er voorstander van om de optie te onderzoeken. Een nieuw kabinet moet daarover verder beslissen.

Duitsland heeft na de kernramp in het Japanse Fukushima in 2011 juist afscheid genomen van stroom opwekken door splijting van uranium. Over anderhalf jaar zijn alle kerncentrales definitief buiten gebruik. Ook bijvoorbeeld Spanje en Denemarken voelen niet voor meer atoomstroom. Volgende generaties blijven duizenden jaren opgescheept met radioactief afval, redeneren zij.

Daarnaast is er altijd een kleine kans dat een ramp als in Japan of eerder in het Russische Tsjernobyl een centrale treft, met verstrekkende gevolgen. De discussie binnen Europa is van groot belang voor investeerders. Verschillende landen lobbyen er nu voor dat kernenergie het etiket ‘groen’ krijgt. Gebeurt dat, dan is makkelijker aan geld te komen. Een definitief besluit over de labels voor financiering moet binnenkort vallen.

3. Hoe snel kan een nieuwe kerncentrale er zijn?

In ieder geval niet zo rap dat nieuwe kernenergie kan bijdragen aan de klimaatdoelen voor 2030. Het bouwen van een kerncentrale in Nederland duurt elf tot vijftien jaar, becijferde KPMG eerder dit jaar. Elders is dat niet veel anders. Sterker, projecten voor nieuwe kernreactoren blijken hoofdpijndossiers die maar niet af komen en steeds duurder worden. Neem Finland. Sinds 2005 bouwt het land aan de nieuwe centrale Olkiluoto. De Finnen hopen dat die volgend jaar eindelijk klaar is; de kosten zijn inmiddels meer dan verdrievoudigd tot 11 miljard euro.

Frankrijk, dat toch lange ervaring heeft met atoomenergie, kent ook zo’n stroperig voorbeeld. In Normandië verrijst de nieuwe centrale in Flamanville. Sinds 2007 wordt eraan gewerkt, in 2012 had die klaar moeten zijn, het wordt naar verwachting volgend jaar. De aanvankelijke begroting was 3,3 miljard euro. De kosten zijn inmiddels opgelopen tot ruim 19 miljard euro. Vergunningen en technische problemen zijn de belangrijkste oorzaken voor de vertraging. Ook de Britten zien de kosten stijgen van twee centrales in aanbouw bij Hinkley Point in Somerset. Drie jaar geleden begonnen, op 20 miljard geschat. Inmiddels is dat opgelopen tot 24 miljard.

4. Is kernenergie nodig om de klimaatdoelen te halen?

Daarover verschillen de meningen. Volgens het Internationaal Energie Agentschap (IEA) wel. Het IEA baarde eerder dit jaar opzien door de stelling dat de wereld per direct zou moeten stoppen met het zoeken naar nieuwe bronnen voor olie en gas. Dan is het nog haalbaar om in 2050 op netto nul uitstoot van broeikasgassen uit te komen en zo de opwarming te beperken tot 1,5 graad. Weliswaar zou in 2050 het grootste deel van de stroom uit zon en wind moeten komen, kernenergie zou voor zo’n tien procent van de elektriciteit kunnen zorgen.

Dat klinkt bescheiden, maar die energiebron moet daarvoor, vergeleken met nu, wel met tientallen procenten groeien. Daar is ook kritiek op. Afgezien van de risico’s die aan kernenergie kleven leidt de keuze voor nieuwe projecten af van actie op korte termijn, vinden milieuorganisaties. Energie besparen, alle huizen isoleren: het is lastiger en minder sexy beleid dan een miljardenplan voor in de toekomst aankondigen. Dan beter iets langer doorgaan met gas. Voordeel daarvan is ook dat een gascentrale makkelijker omlaag of omhoog is te zetten. Dat combineert goed met het fluctuerende aanbod van zon en wind.

Lees ook:

Zelfs de IEA – opgericht om olie betaalbaar te houden – zegt het nu: pomp geen nieuwe olie en gas meer op

Het Internationaal Energie Agentschap, de club die ooit werd opgericht om olie makkelijk over de wereld te laten stromen, bepleit nu een radicaal andere koers. ‘Pomp geen nieuwe olie en gas meer op.’

Energiewende stokte onder kanselier van het klimaat

Klimaatkanselier werd bondskanselier Angela Merkel in haar begindagen genoemd. Maar in Duitsland klinkt ook veel kritiek op de erfenis die ze achterlaat. En dat is te merken in de huidige verkiezingscampagne waar het klimaat een van de belangrijkste thema’s is.

Kansrijke optie

De meest kansrijke beleidsoptie lijkt de bouw van twee reactoren van elk 1000 tot 1500 megawatt bij het Zeeuwse Borssele, naast de huidige kerncentrale. De levensduur van de bestaande kerncentrale (485 megawatt) kan waarschijnlijk verlengd worden tot 2053. Borssele voorziet jaarlijks in ongeveer 3 procent van de landelijke stroomvraag. Uitgaande van een verdubbeling van die vraag in de komende decennia, zal een kerncentrale van 3000 megawatt dus goed zijn voor ongeveer 9 procent van de Nederlandse stroomvoorziening. In Zeeland is voldoende draagvlak voor een extra kerncentrale; in andere provincies vooralsnog niet.

Er zijn ook kerncentrales van een vierde generatie in ontwikkeling (zoals gesmolten zoutreactoren) die geen of minder kernafval produceren. Deze zullen echter pas tegen 2050 commercieel beschikbaar komen. Dat is te laat om bij te dragen aan het halen van de klimaatdoelen. Hetzelfde geldt voor kleine modulaire reactoren (SMR’s). Dat zijn kleine kerncentrales van de derde generatie, met een vermogen van 10 tot 300 megawatt. Deze kunnen in een fabriek in serie worden gebouwd en zullen daarom goedkoper zijn dan conventionele kerncentrales. Maar ook deze techniek is niet genoeg in de praktijk getest. SMR’s zullen pas rond 2030 op het keuzemenu staan, tenzij het nieuwe kabinet de extra financiële risico’s aandurft die gepaard gaan met een experimentele nieuwe technologie.

Maak jouw eigen website met JouwWeb