Op 5 oktober stond in het tv programma Frontal bij de WDR de emissierechten centraal. Nederlandse onderzoekers hebben aan het licht gebracht dat de grote staal-, cement en chemische industrie handelen in de gratis ontvangen emissie rechten van de EU. Als voorbeeld wordt de Heidelberg group (ENCI Maastricht) genoemd. Die enerzijds een extra winst makhttps://www.zdf.de/politik/frontal/frontal-vom-5-oktober-2021-100.htmlen van 2,4 miljard euro door de emissierechten te verkopen. Anderzijds rekenen ze de CO2 kosten door naar ons als klant en betalen we 1 euro extra per zak portland-cement.

Ook Chemelot passeert tijdens dit onderzoek van de groene Amsterdammer.

Het stalen gezicht van de vervuilende industrie

 

Het belangrijkste Europese instrument om de opwarming van de aarde tegen te gaan, het ETS, is uitgelopen op miljardensteun aan de vervuilende Europese industrie. Gratis verkregen emissierechten zijn nu goudgeld waard. ‘De vervuiler betáált niet, de vervuiler kríjgt betaald.’

https://www.groene.nl/artikel/het-stalen-gezicht-van-de-vervuilende-industrie

Veertig industriegiganten hebben zonder meer goed verdiend aan het ETS, blijkt uit ons onderzoek. Hun voordeel bedraagt, bij de huidige koolstofprijs, meer dan zestien miljard euro, oftewel gemiddeld vierhonderd miljoen euro per bedrijf. De grootste netto-profiteurs waren cementmakers. Maar ook in de staalsector zijn er tien bedrijven die geld hebben verhttps://www.groene.nl/artikel/hoe-groen-kan-beton-zijndiend aan het ETS, waaronder ThyssenKrupp in Duitsland. In de chemie spannen de in Rotterdam gevestigde plasticfabrikant LyondellBasell, het Duitse BASF en Yara de kroon, met de meeste overgehouden rechten. In de oliesector gaan de prijzen naar drie multinationals die buiten Europa gevestigd zijn maar hier evengoed van het ETS hebben gesnoept: het Russische Lukoil, het Amerikaanse Phillips66 en Cepsa, dat gedeeltelijk eigendom is van de Verenigde Arabische Emiraten.